Wat is een insulinepomp

Heeft u na vele keren proberen genoeg van insuline spuiten? Gaf dit telkens niet het gewenste resultaat en is het lastig om het juiste evenwicht te vinden tussen voeding, bewegen en insuline? Mogelijk dat een insulinepomp u dan uitkomst kan bieden.

Wanneer het u niet lukt om uw bloedsuikerspiegel onder controle te houden gaat u over op een insulinepomp.

Ook vrouwen met diabetes die zwanger willen worden, wordt altijd aangeraden een pomp te gebruiken. De insulinepomp wordt alleen vergoed door de zorgverzekeraar op doktersadvies. Hierbij wordt uitgegaan van een minimum draagtijd van 4 jaar.

De insulinepomp is een alternatief voor als het met de insulinepen niet lukt. Het uiteindelijke doel blijft bij beiden hetzelfde: de bloedglucosespiegel onder controle hoouden.

Uw behandelaar zal eerst uitgebreid met u doornemen waarom het met de pen niet gaat en wat de pomp is en doet. Er is echter geen garantie dat het bij iedereen even goed werkt. Een pomp die insuline toedient vereist wel de nodige handigheid.

De insulinepomp

Een insulinepomp wordt op het lichaam gedragen. De pomp bevat altijd een reservoir met insuline, een motortje met een batterijen en meestal een afleesscherm en bedieningsknoppen. Je kunt het vergelijken met een soort infuus dat 24 uur per dag een beetje insuline aan het lichaam geeft.

De insuline loopt bij de meeste pompen via een flexibel slangetje naar een naald(buis) in de buik. Een speciale pleister houdt deze naald op zijn plaats. De pompgebruiker kan verder extra insuline toedienen, bijvoorbeeld voor de maaltijden. Dat kan op elk gewenst tijdstip wanneer dat noodzakelijk is. Dit wordt ook wel bolussen genoemd. Omdat er door fabrikanten voortdurend wordt gewerkt aan de verbetering en innovatie van insulinepompen, bestaan er veel verschillende soorten. U kunt het beste met uw arts overleggen welke het beste bij u past.

Vrijheid van een insulinepomp

Als u overstapt op een pomp, gaat u een intensieve tijd tegemoet. Samen met uw diabetesverpleegkundige zoekt u een pomp die bij u past. Die pomp moet geprogrammeerd worden en u moet ermee leren omgaan: de pomp instellen, bedienen en gebruiken.

Het is ook belangrijk dat uw omgeving aan de pomp went. De insulinepomp moet een plek in uw leven krijgen. Dat vergt enige handigheid en discipline. Een insulinepomp betekent niet dat u nergens meer op hoeft te letten. Maar als u er goed mee kunt omgaan, geeft het u veel vrijheid, meer regelmatige bloedglucosewaarden en een prettiger leven.

Nadelen

•  U zit letterlijk en figuurlijk aan de pomp vast. Dat kan vervelend zijn bij bijvoorbeeld vakantie, sporten of vrijen. Daar moet u zowel emotioneel als praktisch mee om kunnen gaan. U kunt bijvoorbeeld de pomp een tijdje afkoppelen of tijdelijk overstappen op de insulinepen. Overleg hierover met uw behandelaar.

•  Als u niet op de juiste manier met de pomp om gaat, kunnen er grote schommelingen ontstaan in uw bloedglucose.

•  U moet nog steeds vaak uw bloedglucose controleren.

•  De naald van de pomp kan voor een allergische reactie of infectie zorgen.

•  Er is altijd kans op materiaalpech: u moet weten wat u moet doen als de pomp kapot is.

Voordelen

•  U hoeft niet meer te spuiten, maar slechts enkele keren per week de naald te verwisselen.

•  U kunt de (hoeveelheid) insuline nauwkeurig toedienen en instellen. Op die manier bootst u de natuurlijke situatie van uw lichaam zo goed mogelijk na.

•  U krijgt meer vrijheid in wat u wilt doen, want u kunt de insuline makkelijker aanpassen aan wat u doet.

•  Uw bloedglucosewaarden zijn vaak beter, daardoor voelt u zich prettiger en het verkleint de kans op problemen later.