De bloedglucosespiegel is een maat voor de hoeveelheid glucose in het bloed (bloedsuiker).
Deze bloedsuikerwaarden zijn landelijk en internationaal vastgesteld.
De bloedsuikerspiegel wordt gemeten door middel van laboratoriumonderzoek of door middel van een bloedglucosemeter.
Één van de meest gestelde vragen is vaak:
“Wat zijn normale bloedsuikerwaarden?”
Normale bloedsuikerwaarden
Een normale nuchtere bloedsuikerwaarde (minstens 8 uur voorafgaand aan de test niet gegeten) ligt tussen de 4 en de 5,6 mmol/l (bron: diabetesfonds.nl).
Bij gezonde onbehandelde personen schommelen de bloedsuikerwaarden ongeveer tussen de 4 en 8 mmol/l (net na een maaltijd).
Voedsel zorgt voor een hogere glucosespiegel waardoor de ‘normale’ waarden iets hoger dan 5,6 is.
De onderstaande tabel bevat de bloedsuikerwaarden bij nuchtere toestand.
[table id=2 /]
Afwijkende bloedsuikerwaarden
Indien de ‘nuchtere’ waarden bij een persoon boven de 6,9 mmol/l en ‘niet-nuchter’ boven de 11,0 mmol/l liggen, spreekt men van diabetes mellitus (suikerziekte).
De bloedglucosespiegel varieert over de gehele dag.
Vlak voor het eten zal deze wat lager zijn dan zo’n anderhalf uur na de maaltijd.
Dit komt doordat er glucose uit het voedsel in het bloed komt waardoor de bloedsuikerwaarde weer stijgt.
Daarnaast heeft het ene soort voedsel meer koolhydraten waardoor de bloedsuikers sneller kunnen stijgen.
Hoe meet je je bloedsuiker?
Of iemand echt diabetes heeft, kan alleen een bloedtest (suikerziekte test) duidelijk maken. Dat gebeurt vaak met een prikje in je vinger.
Bloedsuikertesten kun je online kopen of je koopt ze bij de apotheek.
In de bloedglucosemeter stop je eerst een teststrip. Vervolgens prik je met dit apparaat in je vinger, waarbij een druppeltje bloed uit je vinger komt.
Je houdt dit druppeltje bloed tegen de teststrip aan. Na een paar seconden verschijnt op het schermpje van de bloedsuikermeter een getal in mmol/l.
Dit getal geeft aan hoeveel glucose (bloedsuiker) er in het bloed zit en wordt de bloedglucosewaarde genoemd of ook wel de bloedsuikerwaarde.
Het druppeltje bloed wordt dan met behulp van een bloedsuikermeter gemeten. In een druppel bloed wordt gemeten wat de bloedglucose is op dat moment: het bloedglucosegehalte.
- De huisarts kan je bloedsuiker onderzoeken met een vingerprik of met een buisje bloed dat naar het laboratorium gaat.
- De uitslagen daarvan kunnen verschillend zijn, omdat de bloedsuiker gemeten in een vingertop anders is dan in een groter bloedvat.
- Tegenwoordig rekenen de bloedsuikermeters bij een vingerprik zelf de waarde om naar een laboratoriumuitslag.
- Wil je de getallen hierboven vergelijken met jouw eigen uitslag, dan moet je dus weten of het de ‘vingerprikuitslag’ was of de uitslag van het laboratorium.
- Veel bloedsuikermeters hebben een kleine afwijking in de meting. De getallen achter de komma kunnen in werkelijkheid dus wat lager of hoger zijn.
Het kan zijn dat je dicht tegen suikerziekte aan zit. In dat geval is een vingerpriktest alleen niet genoeg, want die meting wijkt van een beetje af van de echte waarde. Deze kleine afwijking zou precies het verschil kunnen zijn tussen wel of niet officieel diabetes hebben.
Twijfel je over de uitslag van de bloedsuikermeter, raadpleeg dan je eigen arts.
Vaak word je door de huisarts doorverwezen voor laboratoriumonderzoek waarbij een buisje bloed wordt afgenomen. Zo kan precies jouw bloedsuikerwaarden bepaald worden.